Juridisch kader
De wetgevende actualiteit van het huurcontract is een beladen actualiteit: wet van 25 maart 2007, Koninklijke besluiten van 04 mei 2007, programmawet van 27 december 2006, wet van 21 december 2013 enz… Elke wettekst brengt wijzigingen aan aan de rechten en verplichtingen van de verhuurder en de huurder.
En het zal niet de recente regionalisering van de wet op de huurcontracten zijn die deze tendens zal doen keren!
De wet van 21 december 2013 heeft de regels tot identificatie van de partijen in het huurcontract aanzienlijk gewijzigd of het nu gaat om een huurcontract voor de hoofdverblijfplaats, voor een tweede verblijf, kantoorruimten of zelfs om een pachtovereenkomst.
Vooraleer een zoekertje op een samenwerkingsplatform voor accommodatie tussen particulieren te plaatsen moet u er zeker van zijn dat u binnen het wettelijk kader handelt, meer bepaald als het om onderverhuring gaat.
Als de looptijd van het huurcontract meer bedraagt dan de klassieke 9 jaar dan is de tussenkomst van een notaris noodzakelijk bij het afsluiten van het huurcontract.
De accommodatie tussen particulieren is een fenomeen in volle expansie dat zich aandient als een alternatief voor het klassieke hotelwezen en dat de particulieren de mogelijkheid op een bijverdienste biedt. Overzicht van de wettelijke bepalingen die in Wallonië van kracht zijn.
De accommodatie tussen particulieren heeft een hoge vlucht genomen zowel in de toeristische kuststreek als in steden zoals Antwerpen, doel van heel wat zakenreizen. Samenvatting van de geldende bepalingen van de Vlaamse wetgeving.
De accommodatie bij particulieren is niet meer alleen gericht op de toeristen maar ook op de zakenmensen. Brussel is, met zijn vele instellingen, rechtstreeks betrokken tot groot nadeel van de hotelhouders. Wat zegt de wetgever?
Inzake het huurcontract, dient er onderscheid te worden gemaakt tussen de huurcontracten voor de hoofdverblijfplaats en de andere huurcontracten (tweede verblijf, seizoensgebonden enz.). De wet op de huurcontracten omkadert in feite heel wat strikter de rechten en plichten van de eigenaar en de huurder.
De feitelijke samenwoning biedt niet dezelfde bescherming aan de partner als aan de echtgenoot in het huwelijk of bij wettelijke samenwoning. De partners hebben er alle belang bij om te opteren voor medehuur.
Als het gaat om de gezinswoning, dit wil zeggen de hoofdverblijfplaats, dan beschermt het recht de echtgenoot die systematisch de medehuurder of de co-houder van het recht op huur is.
De huurder die zijn huurcontract overdraagt moet op de wettelijke bepalingen letten en op deze van de overeenkomst van overdracht van het huurcontract: als deze niet worden nageleefd, loopt hij het risico te worden vervolgd door de verhuurder en de nieuwe huurder.