Toegang tot de hoofdinhoud

Model huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats - Wallonië

Hier kunt u een huurovereenkomst van hoofdverblijfplaats (Wallonië) en zijn juridische bijlagen downloaden. U kunt ook een op maat gesneden huurcontract met behulp van onze assistent voor het opstellen van uw huurcontract creëren.


HUUROVEREENKOMST VOOR HOOFDVERBLIJFPLAATS

 

WALLONIE




TUSSEN :[zoveel paragrafen als er verhuurders zijn voorzien] 


[Indien de verhuurder een particulier is]

Aanspreektitel …………………………………………………………………………

Twee eerste voornamen- naam …………………………………………………………………………

Geboren op ………………………….te ………………………………………………….

Identificatienummer van het rijksregister ……………………………………

met woonplaats gevestigd te …………………………………………………………………………………………………………….

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………


[Indien de verhuurder een vennootschap is]

Naam van de vennootschap…………………………………………………………………………

Geregistreerd onder het ondernemingsnummer ……………………………………

Adres : …………………………………………………………………………

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………

 

[indien meerdere verhuurders, de volgende vermelding toevoegen]Hoofdelijk en ondeelbaar gehouden,

 

Hierna genaamd « de Verhuurder »


[indien de verhuurders een beheersmandaat hebben gegeven]

hier vertegenwoordigd door

 [indien de lasthebber een natuurlijk persoon is]

Aanspreektitel …………………………………………………………………………

Voornamen- naam …………………………………………………………………………

met woonplaats gevestigd te …………………………………………………………………………………………………………….

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………

 [indien de lasthebber een rechtspersoon is]

Naam van de vennootschap…………………………………………………………………………

Geregistreerd onder het ondernemingsnummer ……………………………………

Adres : …………………………………………………………………………

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………

 

optredend in hoedanigheid van Lasthebber, en bij gebreke zich sterk makend,


 

EN :     [zoveel paragrafen toevoegen als er Huurders zijn] 


[Indien de Huurder een natuurlijk persoon is]

Aanspreektitel …………………………………………………………………………

Twee eerste voornamen- naam …………………………………………………………………………

Burgerlijke staat ………………………………………………….

Geboren op ………………………….te ………………………………………………….

Identificatienummer van het rijksregister ……………………………………

met woonplaats gevestigd te …………………………………………………………………………………………………………….

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………


[Indien de Huurder een vennootschap is]

Naam van de vennootschap…………………………………………………………………………

Geregistreerd onder het ondernemingsnummer ……………………………………

Adres : …………………………………………………………………………

Telefoon:  ………………………………………………….

E-mail : ……………………………………………………

 

[indien meerdere huurders, deze toevoegen met hiernavolgende vermelding ] Hoofdelijk en ondeelbaar gehouden

Hierna genaamd « de Huurder »

 

 

WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT :

 

1.        VOORWERP VAN HET CONTRACT

De Verhuurder geeft in huur aan de Huurder het hierna beschreven onroerend goed (hierna genaamd het « goed»):

Een [huis / appartement]………………………………………[ongemeubeld / gemeubeld] ………………………………………, met een oppervlakte van ……………………………...vierkante meter, gelegen :

Adres ………………………………………………………………………………………………………………………


 [Indien het goed deel uitmaakt van één of meerdere mede-eigendommen]

Dit goed stemt overeen met het(de) kavel(s) van de hiernavolgende mede-eigendom(men) :

[zoveel paragrafen voorzien als er mede-eigendommen zijn]

Mede-eigendom: [naam van de mede-eigendom]……………………………………..

  • Nummer of benaming van het kavel : ……………………………………..vertegenwoordigend …………………………………….. duizendsten.
  • Nummer of benaming van het kavel : ……………………………………..vertegenwoordigend …………………………………….. duizendsten.
  • Nummer of benaming van het kavel : ……………………………………..vertegenwoordigend …………………………………….. duizendsten.

Deze kavels vertegenwoordigen samen in totaal ………………………………… duizendsten van de mede-eigendom.

 

Het goed omvat de volgende vertrekken : …………………………………………………………………………………….....................................

……………………………………………………………………………………

 


Het goed omvat de volgende aanhorigheden : …………………………………………………………………………………….....................................

……………………………………………………………………………………

 


Keuken

De keuken bevat de volgende uitrustingen :…………………………………………………………………………………….....................................

……………………………………………………………………………………

 

Verwarmingsketel en tellers

 Het goed is uitgerust [zoniet het punt schrappen]

  • met een individuele verwarmingsketel [op stookolie / op gas / op steenkool /  elektrisch / op hout],…………………………………………………………………………..
  • met een gemeenschappelijke verwarmingsketel [op stookolie / op gas / op steenkool /  elektrisch / op hout]…………………………………………………………………………., [zoniet het punt schrappen]
    • met gemeenschappelijke teller.
    • met individuele teller.

Het goed is uitgerust met een [individuele / gemeenschappelijke] ……………………………………………… elektriciteitsteller, met een [individuele / gemeenschappelijke] ………………………………………………  waterteller, met  [indien geen gas niets vermelden, zoniet] een [individuele / gemeenschappelijke] ………………………………………………  gasteller.

 

Andere individuele uitrustingen

Het goed is  ook uitgerust met …………………………………………………………………………………….....................................

……………………………………………………………………………………

 

Andere Partijen en uitrustingen voor gemeenschappelijk gebruik

De Huurder mag gebruik maken van de volgende gemeenschappelijke uitrustingen en diensten : ……………………………………………………………………………………...................…………………………………

 

 

2.    PLAATSBESCHRIJVING

De Huurder heeft het verhuurde goed aandachtig bezocht en vordert er geen verdere beschrijving van.

De Huurder stelt vast dat het goed in goede staat van onderhoud, veiligheid, hygiëne en bewoonbaarheid wordt geleverd.

 Een gedetailleerde plaatsbeschrijving wordt op gedeelde kosten opgesteld [vóór intrede van de Huurder in het goed / tijdens de eerste maand van bewoning]…………………………………………………………………………………………..

De partijen komen overeen  [zoniet het punt schrappen]

  • om een onderlinge plaatsbeschrijving op te maken.
  • om de volgende deskundige aan te stellen : …………………………………………………………………………
  • om de volgende deskundigen aan te stellen :
    • Deskundige van de Verhuurder : …………………………………………………………………………;
    • Deskundige van de Huurder: …………………………………………………………………………. 
      Elke partij zal instaan voor de kosten van zijn eigen deskundige.

Deze plaatsbeschrijving zal bij onderhavige overeenkomst worden gevoegd en worden geregistreerd.

Behoudens akkoord van beide partijen wordt voor de plaatsbeschrijving bij uittrede op dezelfde manier tewerk gegaan als voor de plaatsbeschrijving bij intrede. In geval er voor de plaatsbeschrijving bij intrede beroep wordt gedaan op een deskundige, gaat deze laatste eveneens over tot de plaatsbeschrijving bij uittrede, tenzij één der partijen de contactgegevens van zijn eigen deskundige opgeeft en dit minstens 18 dagen vóór de voorziene datum van de vaststellingen, en dat deze deskundige door de andere partij wordt aanvaard. Bij gebreke aan overeenstemming, wordt de plaatsbeschrijving opgemaakt door de partijen, in voorkomend geval bijgestaan door hun respectievelijke deskundige.

Behoudens akkoord van de partijen wordt de plaatsbeschrijving bij uittrede opgemaakt op de laatste dag van de huur, die moet samenvallen met de ontruiming van het verhuurde goed.

De partijen verbinden zich ertoe aanwezig of behoorlijk vertegenwoordigd te zijn bij de expertise,

die zij aldus onherroepelijk tegensprekelijk achten.

 

 

3.      DUUR VAN DE HUUROVEREENKOMST – MODALITEITEN VOOR DE VERVROEGDE BEEINDIGING VAN DE HUUROVEREENKOMST

[Indien keuze = huurovereenkomst van 9 jaar]

3.1. Duur van de huurovereenkomst

De huurovereenkomst wordt gesloten voor een duur van negen jaaringang nemend op __/ __/_ __

Hij neemt een einde bij het verstrijken van deze periode van negen jaar, te weten op __/_ _/____, op voorwaarde evenwel dat de ene of de andere partij minstens zes maanden op voorhand haar wil te kennen geeft om de huurovereenkomst niet te verlengen.

Bij gebreke aan kennisgeving binnen deze termijn, wordt de huurovereenkomst telkenmale hernieuwd voor een periode van drie jaar, aan dezelfde voorwaarden.

 

3.2. Vroegtijdige beëindiging van de huurovereenkomst door de Verhuurder

De Verhuurder kan een einde stellen aan de huurovereenkomst om de hiernavolgende redenen :

  • De verhuurder kan omwille van persoonlijke bewoning, overeenkomstig artikel 3, §2, van de regels in verband met de huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst  [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder) ;
  • De verhuurder kan omwille van werken, overeenkomstig artikel 3, §3, van de regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder);
  • De verhuurder kan zonder motief, mits vergoeding de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen bij het verstrijken van de eerste en van de tweede driejaarlijkse periode, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motief, doch mits de storting van een vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan negen maanden of zes maanden huur naargelang het contract een einde neemt bij het verstrijken van de eerste of tweede driejaarlijkse periode.

 

3.3. Vroegtijdige beëindiging door de Huurder

De Huurder kan op elk ogenblik een einde stellen aan de huurovereenkomst, mits een opzeg van drie maanden. Indien de Huurder een einde stelt aan de huurovereenkomst terloops de eerste driejaarlijkse periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur, naargelang de huurovereenkomst een einde neemt terloops het 1e, 2e of 3e jaar. Na de periode van twee maanden die de wet invoert om een huurovereenkomst te laten registreren die uitsluitend betrekking heeft op een woning, en zolang deze overeenkomst niet is geregistreerd, zijn zowel deze opzeggingstermijn als deze vergoeding niet toepasbaar.

Maakt de verhuurder gebruik van de mogelijkheid om de huurovereenkomst vervroegd te verbreken, dan kan ook de huurder de huurovereenkomst gelijk wanneer beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand en zonder daarvoor een vergoeding verschuldigd te zijn. 

In alle gevallen waarin de opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens dewelke de opzegging werd gedaan.


[Indien keuze = huurovereenkomst van korte duur]

De huurovereenkomst wordt gesloten voor een duur van : ...... maanden, ingang nemend op  _/__/_ ___ om te eindigen op _/__/_ ___, opzegbaar mits een vooropzeg betekend minstens 3 maanden op voorhand. 

Deze huurovereenkomst van korte duur kan slechts eenmaal, schriftelijk en tegen dezelfde voorwaarden worden verlengd zonder dat de totale huurtijd meer dan drie jaar mag bedragen.

Bovendien en tenzij een van de partijen een opzegging betekend per aangetekend schrijven ten minste drie maanden vóór het verstrijken van de overeengekomen korte duur, wordt de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een periode van negen jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst. In dat geval blijven de huurgelden en de andere voorwaarden ongewijzigd ten aanzien van hetgeen overeengekomen was in de oorspronkelijke huurovereenkomst.

De Huurder kan op elk ogenblik een einde stellen aan de huurovereenkomst, mits een opzeg van drie maanden te betekenen bij aangetekend schrijven, behoudens de betaling van de vervallen en te vervallen huurgelden tot aan het einde van de opzeggingsperiode, de betaling van een vergoeding gelijk aan drie, twee of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt bij het verstrijken van het eerste, tweede of derde jaar.

 In alle gevallen waarin de opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens dewelke de opzegging werd gedaan.

 

[Indien keuze = huurovereenkomst van meer dan 9 jaar]

3.1. Duur van de huurovereenkomst

De huurovereenkomst wordt gesloten voor een duur langer dan 9 jaar. Hij gaat in op _/__/_ ___ om te eindigen op _/__/_ ___  op voorwaarde evenwel dat de ene of de andere partij minstens zes maanden op voorhand haar wil te kennen geeft om de huurovereenkomst niet te verlengen. Bij gebreke aan kennisgeving binnen deze termijn, wordt de huurovereenkomst telkenmale hernieuwd voor een periode van drie jaar, aan dezelfde voorwaarden.


3.2. Vroegtijdige beëindiging van de huurovereenkomst door de Verhuurder

De Verhuurder kan een einde stellen aan de huurovereenkomst om de hiernavolgende redenen :

  • De verhuurder kan omwille van persoonlijke bewoning, overeenkomstig artikel 3, §2, van de regels in verband met de huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder) ;
  • De verhuurder kan omwille van werken, overeenkomstig artikel 3, §3, van de regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder);
  • De verhuurder kan zonder motief, mits vergoeding de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen bij het verstrijken van de eerste en van de tweede driejaarlijkse periode, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motief, doch mits de storting van een vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan negen maanden of zes maanden huur naargelang het contract een einde neemt bij het verstrijken van de eerste of tweede driejaarlijkse periode.


3.3. Vroegtijdige beëindiging door de Huurder

De Huurder kan op elk ogenblik een einde stellen aan de huurovereenkomst, mits een opzeg van drie maanden, en de betaling van een vergoeding gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt terloops het 1e, 2e of 3e jaar van de eerste driejaarlijkse periode.

Maakt de verhuurder gebruik van de mogelijkheid om de huurovereenkomst vervroegd te verbreken, dan kan ook de huurder de huurovereenkomst gelijk wanneer beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van één maand en zonder daarvoor een vergoeding verschuldigd te zijn.

 In alle gevallen waarin de opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens dewelke de opzegging werd gedaan.

 

[indien keuze = huurovereenkomst voor het leven]

De huurovereenkomst wordt gesloten voor het leven van de Huurder. Hij gaat in op _/__/_ ___ en zal van rechtswege een einde nemen bij het overlijden van de Huurder.

De Verhuurder zal evenwel aan de erfgenamen of rechthebbenden een redelijke termijn laten om de nog in het gehuurde goed aanwezige huisraad en bezittingen van de overleden Huurder te recupereren.

De Verhuurder kan een einde stellen aan de huurovereenkomst om de hiernavolgende redenen :

  • De verhuurder kan omwille van persoonlijke bewoning, overeenkomstig artikel 3, §2, van de regels in verband met de huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder) ;
  • De verhuurder kan omwille van werken, overeenkomstig artikel 3, §3, van de regels betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen (zie Bijlage 3 : Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder);
  • De verhuurder kan zonder motief, mits vergoeding de huurovereenkomst [zoniet het punt schrappen] niet  beëindigen /  beëindigen bij het verstrijken van de eerste en van de tweede driejaarlijkse periode, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motief, doch mits de storting van een vergoeding. Deze vergoeding is gelijk aan negen maanden of zes maanden huur naargelang het contract een einde neemt bij het verstrijken van de eerste of tweede driejaarlijkse periode.

 

4.     HUURPRIJS - INDEXERING

De maandelijkse basishuurprijs bedraagt ………………….. euros en is betaalbaar de  ………………….. van elke maand, door doorlopende opdracht en op voorhand, op de IBAN-rekening :

IBAN-nummer …………………..

BIC nummer …………………..

met als houder ………………….., en dit tot nieuwe instructie.

Indexering verschuldigd aan de verhuurder op elke verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, door toepassing van de onderstaande formule :

 basishuurprijs x nieuw indexcijfer

--------------------------------------------

aanvangsindexcijfer

 

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de maand die de ondertekening van de huurovereenkomst voorafgaat.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de maand die voorafgaat aan de maand van de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.

Basisindexcijfer : maand ………………….., met een waarde van …………………...

Het betrokken indexcijfer is het indexcijfer dat conform de wetgeving wordt aangeduid en berekend.

Het gaat thans om het indexcijfer van de consumptieprijzen.

 

[Indien het goed geen deel uitmaakt van een mede-eigendom]



5.       GEMEENSCHAPPELIJKE LASTEN - PRIVEVERBRUIK

5.1. Gemeenschappelijke lasten

De Huurder staat in voor de gemeenschappelijke lasten van het gebouw waarin het gehuurde goed zich bevindt, ten belope van het aandeel van het gehuurde goed binnen dit gebouw.

 De gemeenschappelijke lasten omvatten :

  • de kosten voor verbruik van water, gas, elektriciteit en verwarming van de gemeenschappelijke delen ;
  • het loon en de lasten van de eventuele huisbewaarders, de bezoldiging van de syndicus (of de eventuele beheerder, bij afwezigheid van syndicus) ;
  • evenals alle kosten van onderhoud en kleine reparaties, met inbegrip van die welke betrekking hebben op de liften en de technische uitrustingen.

In voorkomend geval zal de Huurder ten belope van zijn aandeel bijdragen tot de betaling van de verzekering van het gebouw ter dekking van de brandrisico’s, waterschade en glasbraak.

Indien de schoonmaak van de gemeenschappelijke delen niet wordt verricht door personeel hiermee specifiek belast, zal de Huurder, in overeenstemming met de andere bewoners van het gebouw, instaan voor de schoonmaak van de overloop van zijn verdieping en van de trap tussen deze laatste en de lager gelegen verdieping (indien het gehuurde goed op het gelijkvloers is gelegen, zal de Huurder instaan voor het onderhoud van de inkomhal en van het voetpad). Bij gebreke aan overeenstemming of in geval van gerechtvaardigde klacht uitgaande van een bewoner, verbindt de Huurder er zich toe zijn aandeel te betalen in de onderhoudskosten die door de Verhuurder zouden worden besteld.

 De Verhuurder, zijn vertegenwoordiger of de syndicus delen minstens één maal per jaar de gedetailleerde afrekeningen mede op basis van dewelke het aandeel van de gemeenschappelijke lasten verschuldigd door de Huurder wordt berekend.

[Indien keuze = forfait]

De partijen komen overeen dat de Huurder een forfaitair bedrag in plaats van de reële kosten zal betalen.

Forfait voor gemeenschappelijke lasten : …………………..

[Indien keuze = provisie]

De partijen komen overeen dat de Huurder, samen met de huurprijs, een provisie zal storten ter dekking van deze kosten.

Bij ontvangst van voormelde afrekening zal de Verhuurder of de Huurder onmiddellijk aan de andere partij het verschil betalen tussen de gestorte provisies en de reële lasten. Het bedrag van de provisie zal jaarlijks worden herzien in functie van het bedrag van de reële uitgaven van het afgelopen boekjaar en van de evolutie van de prijzen van bepaalde goederen en diensten of van de voorzienbare evolutie van het gemeenschappelijk verbruik.

Provisie voor gemeenschappelijke lasten : …………………..


5.2. Privéverbruik

 Alle abonnementen en contracten voor geïndividualiseerde diensten en diensten voor privédoeleinden, zoals teledistributie, telefoon, elektriciteit, gas of andere, en de hieraan verbonden kosten zoals de kosten van aansluiting, verbruik, provisies en huur van tellers vallen exclusief ten laste van de Huurder.

Bij gebrek aan een doorgangsmeter voor drinkwater, draagt de Huurder bij [zoniet het punt schrappen]

  • de verbruikskosten, ten belope van zijn aandelen in de mede-eigendom
  • voor  …………………………………..  duizendsten in de verbruikskosten.

In geval van installatie van collectieve verwarming en distributie van warm water, zonder particuliere meters, draagt de Huurder bij [zoniet het punt schrappen]

  • in de kosten van verwarming en distributie van warm water, ten belope van zijn aandeel in de mede-eigendom
  • ………………………………….. duizendsten  in de kosten van verwarming en voor …………………………………..  duizendsten in de kosten van distributie van warm water.

In geval van gemeenschappelijke elektrische installatie en gemeenschappelijk elektriciteitsverdeling, zonder particuliere meters, zal de Huurder tussenkomen  [zoniet het punt schrappen]

  • in de kosten van distributie en verbruik, ten belope van zijn aandeel in de mede-eigendom.
  • voor  ………………………..  duizendsten  in de kosten van distributie en verbruik van elektriciteit.

In geval van gemeenschappelijke gasinstallatie en gemeenschappelijk gasverdeling, zonder particuliere meters, zal de Huurder tussenkomen [zoniet het punt schrappen]

  • in de kosten van distributie en verbruik, ten belope van zijn aandeel in de mede-eigendom.
  • voor  ………………………..   duizendsten in de kosten van distributie en verbruik van gas.


 [indien keuze voor forfait]

De partijen komen overeen dat de Huurder samen met de huurgelden een forfaitair bedrag in plaats van de reële kosten zal betalen.

Forfait voor privéverbruik: …………………..

[indien keuze voor provisie]

De partijen komen overeen dat de Huurder, samen met de huurprijs, een provisie zal storten ter dekking van deze kosten.

Bij ontvangst van voormelde afrekening zal de Verhuurder of de Huurder onmiddellijk aan de andere partij het verschil betalen tussen de gestorte provisies en de reële lasten. Het bedrag van de provisie zal jaarlijks worden herzien in functie van het bedrag van de reële uitgaven van het afgelopen boekjaar en van de evolutie van de prijzen.

 Provisie voor privéverbruik: …………………..

 

6.        BANKWAARBORG

De Huurder mag niet over de plaatsen beschikken zolang hij geen geldige huurwaarborg heeft samengesteld bestemd om de naleving van zijn verplichtingen na te leven.

 Daartoe stelt de Huurder een huurwaarborg samen onder de volgende vorm :

·         Huurwaarborg op een geïndividualiseerde rekening bij een financiële instelling op naam van de Huurder

Als waarborg voor de goede uitvoering van zijn verplichtingen, stort de Huurder een waarborg van x euro gelijk aan ………………….. maanden huur (maximum twee maanden). Deze waarborg wordt gestort op een spaarrekening op naam van de Huurder bij de …………………..…………………... De rente wordt gekapitaliseerd ten bate van de Huurder en de verhuurder verwerft voorrecht op de activa van de rekening voor elke schuldvordering ten gevolge het volledig of gedeeltelijk niet nakomen van de verplichtingen van de Huurder.

·         Bankwaarborg op basis van dewelke de Huurder geleidelijk een huurwaarborg kan samenstellen

De financiële instelling ………………….. waarborgt aan de Verhuurder een totaal bedrag ………………….. euro gelijk aan ………………….. maanden huur (maximum drie maanden). De bevestiging gebeurt door middel van het voorgeschreven formulier in uitvoering van artikel 10, § 1, laatste alinea van de wet inzake de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats. 

·         Waarborg voortvloeiend uit een typecontract gesloten tussen een financiële instelling en een OCMW 

De bankwaarborg is een bedrag van ………………….. gelijk aan ………………….. (maximum drie maanden huur). Het OCMW verricht de aanvraag bij de financiële instelling die deze toekent ten bate van de Verhuurder. De bevestiging gebeurt door middel van het voorgeschreven formulier in uitvoering van artikel 10, § 1, laatste alinea van de wet inzake de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats. 

·         Zakelijke-zekerheidsovereenkomst of in bruikleen geven van waarden

Zakelijke-zekerheidsovereenkomst of in bruikleen geven van waarden bij …………………..door de Partijen van de volgende waarden ………………….., voor een bedrag van …………………..

De Verhuurder gaat geen enkele aansprakelijkheid aan voor het beheer van deze waarden. De Financiële producten blijven verworven aan de Huurder.

·         Een borgverzekering van de huurwaarborg EuroWaarborg ®

Door de overhandiging aan de verhuurder van een certificaat van onherroepelijke borg van de huurwaarborg die betrekking heeft op het huurcontract en die ontstaan is door middel van een borgverzekeringscontract onderschreven bij de verzekeraar ATRADIUS CREDIT INSURANCE NV via EUROCAUTION BENELUX NV voor een bedrag van € ………………. . De modaliteiten verbonden aan deze borgverzekering van de huurwaarborg worden bepaald volgens de bepalingen van het borgverzekeringscontract. Het bedrag dat overeenstemt met de som van de overeengekomen waarborg wordt vrijgegeven mits het overleggen van ofwel het schriftelijk akkoord van de partijen ofwel van een kopie van de beslissing van de rechtbank.


Er mag niet beschikt worden over de waarborg dan ten voordele van een van beide partijen, mits voorleggen van ofwel een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. De waarborg wordt op het einde van de huurovereenkomst vrijgegeven of opgeheven na goede en volledige uitvoering van alle verbintenissen van de Huurder.

Behoudens akkoord van de partijen leidt de vrijgave of opheffing van de waarborg niet tot de kwijting van de eventuele saldi van kosten die nog verschuldigd zijn, met uitzondering van die welke op het einde van de huurovereenkomst worden begroot.

Indien één der partijen zich, zonder geldig motief, verzet tegen de vrijmaking van de totaliteit of van een gedeelte van de huurwaarborg aan het einde van de huurtermijn en zijn verbintenissen niet nakomt binnen de acht dagen van de haar gerichte ingebrekestelling, zal zij een intrest verschuldigd zijn van één (1) % per maand op het weerhouden bedrag. Voor de berekening van de intrest zal elke begonnen maand als een volledige maand aanzien worden.

 

7.        OVERHANDIGING DER SLEUTELS

 De sleutels worden aan de huurder overhandigd nadat:

·    [indien keuze = plaatsbeschrijving vóór overhandiging der sleutels] de plaatsbeschrijving bij intrede werd opgesteld ; [zoniet het punt schrappen]

  • verhuurder over het bewijs beschikt van de stelling van de waarborg ten zijnen bate ;
  • de verhuurder in het bezit is van zijn kopie van de verzekeringspolis waarvan sprake in de paragraaf Woonverzekering ;
  • de verhuurder in het bezit is van de eerste maand huur ;

Indien, door een gebrek aan ijver vanwege de huurder, niet aan de vier bovenvermelde voorwaarden voldaan is, kan de verhuurder niet aansprakelijk gesteld worden voor een overhandiging van de sleutels die afwijkt van de begindatum van de huurovereenkomst.

 

8.         BESTEMMING VAN HET GOED

[Indien huurder = natuurlijk persoon] Het goed krijgt een bestemming als hoofdverblijfplaats en er kan geen handelsactiviteit in uitgeoefend worden noch mag het de plaats van enige openbare verkoop zijn.

[Indien huurder = rechtspersoon] In het goed mag er geen handelsactiviteit worden uitgeoefend, noch mag er enige openbare verkoop gehouden worden.

Behoudens schriftelijk akkoord van de Verhuurder en van de bevoegde overheid, mag de Huurder niets wijzigen aan de bestemming of aan de stedenbouwkundige voorschriften. De Huurder vrijwaart de Verhuurder van alle juridische en financiële gevolgen die de Verhuurder zou moeten ondergaan omwille van een tekortkoming aan deze verplichting.

[indien verbod door de  verhuurder]De Verhuurder legt verbod op aan de Huurder om in het goed, zelfs gedeeltelijk, enige beroepsactiviteit uit te oefenen.

[indien toelating door de verhuurder]De Verhuurder geeft toelating aan de Huurder om een deel van het goed te benutten voor de uitoefening van een beroepsactiviteit, op voorwaarde dat:

·   het gedeelte van het goed beperkt zou worden tot een ruimte die maximum x % van de oppervlakte van het goed vertegenwoordigt ;

·     de uitoefening van deze activiteit niet in het toepassingsgebied valt van de wet op de handelshuurovereenkomsten of niet voor gevolg zou hebben dat onderhavige huurovereenkomst in een handelshuurovereenkomst hergekwalificeerd zou worden.

De Huurder draagt alleen, ter ontlasting van de Verhuurder, de eventuele fiscale en wettelijke gevolgen, hierinbegrepen de fiscale en stedenbouwkundige gevolgen, van de uitoefening van een beroepsactiviteit in het gehuurde goed. De Verhuurder geeft hiervoor geen enkele waarborg en draagt geen enkele aansprakelijkheid aangaande deze punten.

De eventueel te dien titel verschuldigde kosten, rechten of boetes worden uitsluitend door de Huurder gedragen en deze laatste vrijwaart de Verhuurder voor deze punten.

 

9.        OVERDRACHT - ONDERVERHURING

De Huurder mag zijn rechten niet overdragen, noch het goed onderverhuren zonder voorafgaand schriftelijk akkoord van de Verhuurder. 


10.   LAATTIJDIGE BETALING

In geval van laattijdige betaling is de Huurder vanaf de vervaldag, van rechtswege en zonder voorafgaande ingebrekestelling, een intrest verschuldigd van twaalf (12) %, ’s jaars. Voor elke begonnen maand is deze intrest verschuldigd op de volledige maand.

 

11.    BELASTINGEN EN TAKSEN

Met uitzondering van de onroerende voorheffing, draagt de Huurder alle belastingen en taksen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op het gehuurde goed.

 

12.    REGISTRATIE VAN DE HUUROVEREENKOMST

De Verhuurder vervult de registratieformaliteiten van onderhavige overeenkomst binnen de wettelijk voorziene termijnen.

De eventuele kosten van de registratieformaliteiten worden door de Huurder gedragen, met uitzondering van de kosten voortvloeiend uit een laattijdige neerlegging.

 

13.      WOONVERZEKERING

Ongeacht de mogelijke deelname van de Huurder aan de kosten met betrekking tot de verzekering van het gebouw (zie paragraaf GEMEENSCHAPPELIJKE LASTEN - PRIVEVERBRUIK), moet de Huurder een individuele verzekering onderschrijven, voor de volledige duur van de huurovereenkomst, tegen de huurrisico’s, zoals brand, waterschade en glasbraak, evenals tegen het verhaal van de buren. Deze verzekering legt aan de verzekeraar het verbod op om het proportionaliteitsbeginsel toe te passen en om de polis zonder opzeg aan de Verhuurder op te zeggen. Op verzoek van de verhuurder bezorgt hij hem het bewijs van de ondertekening van een geldige en lopende verzekering.

De Huurder mag niet over de plaatsen beschikken zolang het bewijs van de ondertekening van een geldige en lopende verzekering niet aan de Verhuurder werd overgemaakt.

De Huurder erkent dat de niet-verzekering een ernstige fout uitmaakt die kan leiden tot de verbreking van de huurovereenkomst ten zijner laste.

 

14.    ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN

14.1.  Grote herstellingen

De grote herstellingen uit te voeren aan het verhuurde goed zijn ten laste van de Verhuurder.

Deze omvatten onder meer :

  • de herstellingen aan het dak en aan de ruwbouw, hierinbegrepen de stookketels en leidingen, de schilderwerken en het buitenschrijnwerk,
  • de kostprijs van de aankoop, installatie en de vervanging van de vereiste rookdetectoren.

Wanneer de Huurder vaststelt dat er zich grote herstellingen opdringen, dient hij de Verhuurder hiervan onverwijld in kennis te stellen. 

De Huurder zal met deze werken moeten instemmen en er de eventuele ongemakken, zonder enige vergoeding, moeten van ondergaan, zelfs indien deze langer dan veertig dagen duren.

De Huurder zal samenwerken met de Verhuurder om de toegang tot de plaatsen mogelijk te maken.

 

14.2.  Andere werken en onderhoudsbeurten

De huurder draagt de reparaties ten laste van de huurder en het klein onderhoud, evenals de werkzaamheden die ten laste van de Verhuurder zijn maar het gevolg zijn van het handelen van de huurder of van een persoon voor wie hij aansprakelijk is.

De Huurder :

  • laat overgaan tot het onderhoud van de vereiste rookdetectors, van de schoorstenen en andere afvoerleidingen volgens de frequentie vereist als gevolg van de gebruikte verwarmingsmethode ;
  • onderhoudt de toegankelijke delen van de sanitaire installaties en ontkalkt de individuele verwarmingsketel;
  • laat overgaan tot het onderhoud van het alarmsysteem ;
  • laat jaarlijks (stookolieketel) / driejaarlijks (gasverwarmingsketel) overgaan tot een periodieke controle van de individuele verwarmingsinstallatie door een erkend technicus. De Huurder verklaart het logboek van het verwarmingssysteem van de Verhuurder te hebben ontvangen en deze ter beschikking te houden van de verschillende personen die werken aan de verwarmingsketel ;
  • behoudt alle installaties, leidingen en toestellen in goede staat van werking en beschermt deze tegen vorst en andere gebruikelijke risico’s ;
  • moet de putten (septische putten, regenputten …) regelmatig laten reinigen en moet ook de afvoerbuizen en regengoten doen reinigen ;
  • vervangt alle gebroken of gebarsten ruiten en onderhoudt de luiken.

Heeft de woning een private lift, dan moet de huurder bij een erkende firma een onderhoudscontract sluiten en de bepalingen daarvan strikt naleven.

Hij onderhoudt de eventuele tuin, evenals de terrassen en de private omgeving in goede staat.

 

15.      VERFRAAIINGEN - VERBETERINGEN -VERBOUWINGEN

Alle werkzaamheden met het oog op het verfraaien, verbeteren of verbouwen van het verhuurde goed kunnen alleen worden uitgevoerd met de voorafgaande en schriftelijke instemming van de verhuurder en, in voorkomend geval, van de betrokken overheid.

Deze werkzaamheden worden verricht volgens de regels van de kunst en op kosten en risico’s van de Huurder, tot volledige ontlasting van de Verhuurder. Ze zijn verworven voor deze laatste zonder vergoeding. De Verhuurder heeft het recht om op het einde van de huurovereenkomst te eisen dat de plaatsen in hun oorspronkelijke staat worden hersteld door de Huurder.

 

16.   VERANDERING VAN SLOTEN

Bij verandering of wijziging van de buitensloten of andere mechanismen op initiatief van de huurder, bezorgt deze laatste aan de verhuurder een volledig stel sleutels of inrichtingen die het mogelijk maken de plaatsen te betreden wanneer hij afwezig is of ze te sluiten in geval van dringende noodzaak die wordt ingegeven door het streven naar bescherming van de woning, haar bijgebouwen en de gemeenschappelijke of privatieve aanpalende gebouwen. Deze bepaling impliceert in geen geval enige ontlasting uitgaande van de Verhuurder, van een orgaan van een mede-eigendom of van een mede-eigenaar noch een verplichting te hunnen laste. Ze sluit evenmin de eventuele verplichting uit om alle sleutels of inrichtingen te leveren conform een beslissing van de mede-eigendom.

 

17. HUISHOUDELIJK REGLEMENT – GEMEENSCHAPPELIJKE DELEN

De Verhuurder heeft de Huurder op de hoogte gebracht van het bestaan van een huishoudelijk reglement en van het register met de beslissingen van de algemene vergadering van de mede-eigenaars. De erin vervatte verplichtingen zijn na te leven zoals de verbintenissen die uit onderhavige overeenkomst voortvloeien. Het register kan worden geraadpleegd op de zetel van de vereniging van mede-eigenaars. De wijzigingen van het reglement, de beslissingen van de algemene vergadering van de vereniging van mede-eigenaars, evenals de beslissingen van de syndicus rechtsgeldig genomen in het belang van de vereniging van mede-eigenaars zijn bindend voor de Huurder zodra hij daarvan kennis krijgt door de syndicus.

De verplichting van de Huurder om het verhuurde goed als een goede huisvader te genieten, is ook toepasbaar voor de gemeenschappelijke delen of bijgebouwen van het gebouw waarvan het verhuurde goed deel uitmaakt.

 

18.     HUISDIEREN

De gewone huisdieren worden toegelaten onder voorbehoud van voorafgaand akkoord van de Verhuurder en in overeenstemming met de geldende wetgeving en reglementeringen en voor zover zij geen gevaar betekenen, hun aanwezigheid geen overlast of schade voor het goed of de buren met zich meebrengt en zij de properheid en de hygiëne van de plaatsen, zowel voor de Huurder als voor de buren, niet in het gedrang brengen. De Huurder verbindt er zich toe de huisdieren die hij thans bezit of die tijdelijk bij hem verblijven niet vrij te laten rondlopen in de gemeenschappelijke delen.

 

19. MILIEU – KOOLWATERSTOFFENRESERVOIR – CERTIFICAAT PEB / EPC

19.1.  Afval – vervuilende activiteiten

De partijen verklaren dat er geen stortplaats van afval is op het verhuurde goed. De huurder draagt de kosten van elke verplichting die aan de verhuurder zou worden opgelegd als gevolg van de aanwezigheid van afval in de verhuurde plaatsen na afloop van de overeenkomst.

De verhuurder verklaart dat hij in het verhuurde goed geen enkele activiteit heeft uitgeoefend of laten uitoefenen die van aard zou zijn verontreiniging teweeg te brengen die voorafgaat aan deze overeenkomst en dat hij geen kennis heeft van welke verontreiniging ook. Indien bij ontdekking van verontreiniging wordt aangetoond dat ze dateert van vóór het sluiten van deze huurovereenkomst, kan de huurder niet aansprakelijk worden gesteld voor de saneringskosten en de maatregelen die noodzakelijk zouden zijn.

 

19.2.  Koolwaterstoffenreservoir

De Verhuurder verklaart  [zoniet het punt schrappen]

  • dat het verhuurde goed voorzien is van een koolwaterstoffenreservoir. De Verhuurder verklaart dat dit reservoir beantwoordt aan de geldende gewestelijke wetgeving, evenals aan de eventuele milieuvergunning of aan de verklaring houdende toelating tot exploitatie.
  • dat het verhuurde goed niet voorzien is van een koolwaterstoffenreservoir.

Zonder het voorafgaand en schriftelijk akkoord van de verhuurder, kan de huurder in het verhuurde goed geen koolwaterstoffenreservoir laten installeren.


19.3.  Rookdetectoren en energieprestatiecertificaat (PEB/EPC)

Rookdetectoren

In het gebouw zijn ……………………………. rookdetectoren aanwezig. De Huurder zal de rookdetector(en) niet beschadigen noch verplaatsen zonder het schriftelijk en voorafgaand akkoord van de Verhuurder. Deze detectoren zijn voorzien van een batterij. Het is de Huurder verboden de batterij van de rookdetector voor andere doeleinden te gebruiken. Hij verbindt er zich toe de Verhuurder per aangetekende brief te verwittigen wanneer de batterij versleten is of in geval van gebrekkige werking.

 

Energieprestatiecertificaat (PEB/EPC)

Een kopij van het vereiste energieprestatiecertificaat (certificaat PEB of EPC) wordt aan de Huurder overgemaakt. Het verbruik per m² (in kWhEP/m²/jaar) vermeldt op het energiecertificaat bedraagt:…………………………………………..

 

20.   VERBREKING VAN DE HUUROVEREENKOMST TEN LASTE VAN EEN DER PARTIJEN

20.1.  Verbreking door de schuld van de Huurder

Bij verbreking van deze overeenkomst als gevolg van een fout van de huurder, draagt deze laatste alle kosten en uitgaven die voortvloeien uit deze verbreking en betaalt hij, naast een verbrekingsvergoeding gelijk aan drie maanden huur, de kosten voor het opnieuw in staat stellen evenals het volledige ereloon van de deskundige(n) gelast met het opstellen van de plaatsbeschrijving bij uittrede, alsmede de vervallen lasten en huurgelden. De Huurder zal eveneens de erelonen dragen van de vastgoedmakelaar die eventueel de opdracht krijgt het goed opnieuw te verhuren, binnen de beperkingen van de beroepsgebruiken, en voor zover het desbetreffende contract geregistreerd werd binnen de acht dagen vanaf het einde van de huurovereenkomst en de opdracht wordt afgerond binnen de drie maanden vanaf de registratieformaliteit.

De verbrekingsvergoeding wordt op zes maanden gebracht in het geval waarin de Huurder het verhuurde goed zonder kennisgeving heeft verlaten.

 

20.2.  Verbreking ten laste van de Verhuurder

Bij verbreking van deze overeenkomst als gevolg van een fout van de Verhuurder, draagt deze laatste alle kosten en uitgaven voortvloeiend uit deze verbreking, hierinbegrepen alle redelijke kosten met betrekking tot de verhuis, en betaalt hij een verbrekingsvergoeding gelijk aan drie maanden huur, evenals alle erelonen van de deskundige(n) gelast met de plaatsbeschrijving bij uittrede, het geheel onverminderd de rechten van de Huurder op enige schadevergoeding waarop hij recht zou hebben op basis van de wetsbepalingen van toepassing op de huurovereenkomsten voor hoofdverblijfplaats.

 

21.              BEZOEKEN VAN DE VERHUURDER - AFFICHES

Binnen de drie maanden die voorafgaan aan het einde van de huurovereenkomst, als gevolg van opzegging of het verstrijken van een termijn, heeft de Verhuurder het recht het goed te laten bezichtigen door kandidaat-huurders, drie dagen per week, gedurende twee opeenvolgende uren per dag, de dagen en uren zijnde overeen te komen met de Huurder, die hieromtrent geen onredelijke eisen mag stellen.

Gedurende deze zelfde periode van drie maanden, moet de Huurder de affiches op zichtbare plaatsen van het gehuurde goed dulden. Behoudens andersluidende overeenkomst, zorgt de Verhuurder ervoor dat de affiches geen abnormale stoornis voor de Huurder veroorzaken als gevolg van hun plaats of bij de huurder niet leiden tot ontijdige bezoeken of contacten.

De Verhuurder beschikt over dezelfde rechten inzake bezoeken en uithanging van affiches in geval van verkoop van het goed, zelfs indien de verkoop plaatsvindt meer dan drie maanden vóór het einde van de huurovereenkomst, en voor een duur langer dan drie maanden, met dienverstande dat het aantal bezoekdagen, ingeval de duur drie maanden zou overschrijden,  redelijkerwijze moet worden aangepast teneinde geen abnormale stoornis voor de Huurder te veroorzaken.

De Verhuurder mag ook de plaatsen bezoeken met het oog op de controle van de goede uitvoering van de verbintenissen van de Huurder, of om het goed te laten bezichtigen door een professioneel vastgoedmakelaar, een agent, makelaar, aannemer, architect, enz. Dit bezoek mag slechts plaatsvinden na afspraak met de Huurder die hiermee binnen een redelijke termijn moet instemmen. Hierbij moet rekening worden gehouden met het privéleven van de huurder en deze mogelijkheid moet in goede trouw en met de grootste gematigdheid worden uitgeoefend.

De Huurder aanvaardt dat de Verhuurder of de zaakvoerder een sleutel van het verhuurde goed bezit. Deze zal slechts worden gebruikt mits zijn voorafgaand akkoord of in geval van overmacht waarbij hij zo snel mogelijk wordt geïnformeerd.

 

22.    ONTEIGENING TEN ALGEMENEN NUTTE

In geval van onteigening ten algemenen nutte, zal de Verhuurder de Huurder onverwijld hiervan in kennis stellen. Deze laatste mag van de Verhuurder geen enkele vergoeding eisen. De Huurder kan zijn rechten doen gelden tegen de onteigenende overheid, zonder direct of indirect afbreuk te doen aan de schadevergoedingen waarop de Verhuurder recht heeft. 

 

23.     DOMICILIERING

Voor de uitvoering van onderhavig contract, kiezen de Verhuurders woonplaats op het volgend adres: ……………………

..................................................................................................................................................................

De Verhuurder verbindt er zich toe elke adreswijziging schriftelijk aan de Huurder mede te delen.

De Huurder kiest woonplaats in het gehuurde goed zolang hij geen adreswijziging aan de Verhuurder betekent.

Bij het verstrijken van deze huurovereenkomst kan de Huurder aan de Verhuurder melden dat hij woonst kiest op het adres dat hij opgeeft, voor zover dit adres in België is gelegen.

 

24.   INVLOED VAN DE BURGERLIJKE STAAT VAN DE HUURDER

Het recht op de huurovereenkomst van het goed dat wordt gehuurd door de ene of andere echtgenoot of wettelijk samenwonende, zelfs vóór het huwelijk en dat volledig of gedeeltelijk is bestemd voor de hoofdwoning van het gezin, komt de echtgenoten of wettelijk samenwonenden gezamenlijk toe,  in weerwil van eender welke andersluidende overeenkomst.

De opzeggingen, betekeningen en exploten met betrekking tot deze huurovereenkomst moeten afzonderlijk aan elke echtgenoot of wettelijk samenwonende worden gericht of betekend of van hen beiden uitgaan. Een echtgenoot of wettelijk samenwonende kan zich alleen beroepen op de nietigheid van deze akten die naar zijn echtgenoot worden verzonden of van deze laatste uitgaan indien de Verhuurder kennis heeft van hun huwelijk of hun wettelijke samenwoning. De Huurder zal bijgevolg de Verhuurder onverwijld kennis geven van de eventuele wijziging van zijn burgerlijke staat. Indien hij dit nalaat te doen, draagt hij zelf de volledige verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de onwetendheid waarin hij de Verhuurder heeft gelaten.

 

25.    VASTGOEDAGENT

Onderhavige verhuring is tot stand gekomen door tussenkomst van het Vastgoedagentschap ……………………………………erkend door het BIV onder het nr. ……………………………………

 

26.     BIJZONDERE BEDINGEN

 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

  ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………


27.      GESCHILLEN

[Keuzen

  • Gerechtelijke weg :  De partijen zullen alles in het werk stellen om hun geschillen minnelijk te regelen alvorens zij, in voorkomend geval, de zaak ter verzoening aan de bevoegde vrederechter voorleggen. Als een geschil voortduurt, wordt het aan de bevoegde vrederechter voorgelegd.
  • Arbitrage : De Partijen komen overeen om elk conflict en elk geschil die tussen hen zou kunnen ontstaan in hoofde van onderhavige overeenkomst, zijn interpretatie en zijn uitvoering ter arbitrage voor te leggen aan:

o   de Kamer van Arbitrage en Bemiddeling (info@arbitrage-mediation.be – www.arbitrage-mediation.be), overeenkomstig zijn reglement.

    • CEPANI (info@cepani.be - www.cepani.be) door één of meerdere arbiters aangesteld overeenkomstig dit reglement.
    • Anderenaam van de arbiter …………………………………………………………………..


28.    BIJLAGEN

Onderhavige huurovereenkomst bevat ………………………………. bijlagen, met name :

Bijlage 1 :       Koninklijk besluit van 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.

Bijlage 2 :             Bijlage bij het koninklijk besluit van 4 mei 2007 genomen in uitvoering van artikel 11 bis, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling II, van het burgerlijk wetboek – huurovereenkomsten voor woningen gelegen in het Waals gewest

Bijlage 3 -         Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder

Bijlage …………… : ……………………………………

Bijlage …………… : ……………………………………

Bijlage …………… : ……………………………………

 

 

 

Opgemaakt te ..........................................................., op .....................................................…………….

in zoveel originele exemplaren als er partijen zijn, plus één exemplaar bestemd voor de registratie.

 

 

                                                                                               

Eventuele hoedanigheid en handtekening vermelden, en laten voorafgaan door de handgeschreven vermelding « Gelezen en Goedgekeurd »

 

 

De beheerder lasthebber die de Verhuurder(s) vertegenwoordigt

Vermelding en handtekening :

 

 

 

 

De Verhuurder(s)

Vermelding en handtekening :

 

 

 

De Huurder(s)

Vermelding en handtekening :






Bijlage 1 - Koninklijk besluit van 8 juli 1997tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid

 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  - woning : een verhuurd gebouwd onroerend goed of gedeelte van onroerend goed, bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder;
  - woonvertrek : een gedeelte van een woning bestemd om te worden gebruikt als keuken, woon- of slaapkamer.

  Art. 2. De volgende lokalen kunnen geen woonvertrek vormen : de voor- of inkomhallen, de gangen, de toiletten, de badkamers, de wasruimten, de bergplaatsen, de niet voor bewoning ingerichte kelders, zolders en bijgebouwen, de garages en de lokalen voor beroepsbezigheden.
  De oppervlakte en het volume van de woning moeten voldoende ruim zijn om er te koken, te wonen en te slapen. Elke woning moet ten minste één vertrek bevatten bestemd als woon- en slaapkamer. Dit vertrek moet voor eigen gebruik zijn.
  Wanneer een gebouw verscheidene woningen bevat, mogen één of meer gemeenschappelijke gedeelten van dat gebouw gebruikt worden voor andere activiteiten dan het wonen en slapen.

  Art. 3. Het onroerend goed en inzonderheid de fundering, de vloeren en het timmerwerk mogen geen uitwendige of inwendige structurele of stabiliteitsgebreken vertonen of andere gebreken zoals scheuren, breuken, uitgesproken slijtageverschijnselen of de aanwezigheid van zwammen of parasieten die de veiligheid of gezondheid in het gedrang kunnen brengen.

  Art. 4. De woning moet vrij zijn van vochtinfiltratie door het dak, de dakgoten, de muren of het buitenschrijnwerk alsook van opstijgend vocht via de muren of vloeren die de gezondheid in het gedrang kunnen brengen.

  Art. 5. Ten minste de helft van de woonvertrekken bestemd om te worden gebruikt als woon- of slaapkamer moeten voorzien zijn van een natuurlijke lichtbron. Deze natuurlijke lichtbron moet ten minste 1/12 bedragen van de vloeroppervlakte van dit vertrek. Voor de kelderwoonvertrekken wordt hiertoe geen rekening gehouden met de helft van de vensteroppervlakte onder het grondniveau.
  De woonvertrekken en de sanitaire vertrekken zoals de badkamer, de douche en het toilet die niet kunnen worden verlucht via een raam dat kan worden geopend, moeten minstens beschikken over een opening, een verluchtingsrooster of -koker. De vrije oppervlakte van die opening, dat rooster of die koker in geopende toestand moet ten minste 0,1 % van de vloeroppervlakte bedragen.
  Elke warmwaterinstallatie of elk ander verwarmingssysteem dat verbrande gassen produceert, moet voorzien zijn van een goed functionerend afvoersysteem dat uitgeeft op de open lucht.

  Art. 6. De woning moet ten minste voorzien zijn van :
  1° een eigen, permanent toegankelijk tappunt voor drinkbaar water;
  indien het gebouw verscheidene woningen bevat waarvan één of meer gemeenschappelijke gedeelten gebruikt worden voor andere activiteiten dan het wonen en slapen, dan volstaat de aanwezigheid van een gemeenschappelijk tappunt voor drinkbaar water in de gemeenschappelijke delen;
  2° een gootsteen met een reukafsnijder, aangesloten op een afvoersysteem dat functioneert;
  3° een eigen toilet, in of aansluitend bij het gebouw en bruikbaar gedurende het gehele jaar. Verscheidene woningen gelegen in hetzelfde gebouw mogen het toilet evenwel gemeenschappelijk hebben voor zover voldaan wordt aan de volgende voorwaarden :
  a) die woningen zijn gelegen op een of twee aaneensluitende woonverdiepingen;
  b) hun aantal bedraagt niet meer dan vijf;
  c) het toilet is toegankelijk via de gemeenschappelijke delen.
  4° een elektrische installatie goedgekeurd door een erkende keuringsinstelling, wanneer een zodanige goedkeuring vereist is krachtens de geldende regeling, of die geen risico inhoudt bij normaal gebruik. Elk woonvertrek moet elektrisch kunnen worden verlicht of tenminste voorzien zijn van een contactpunt voor stroomafname;
  5° voldoende verwarmingsmiddelen die geen risico inhouden bij normaal gebruik of tenminste de mogelijkheid om één of meer verwarmingstoestellen te plaatsen en aan te sluiten;
  6° een permanente toegankelijkheid tot de smeltveiligheden van de elektrische installatie van de woning.
  Indien de woning is uitgerust met een gasinstallatie, moet deze goedgekeurd zijn door een erkende keuringsinstelling, wanneer een zodanige goedkeuring vereist is krachtens de geldende regeling, of mag zij bij normaal gebruik geen gevaar opleveren.

  Art. 7. De eigen woonvertrekken moeten steeds vrij toegankelijk zijn, rechtstreeks via de openbare weg of onrechtstreeks via een toegang die verscheidene woningen gemeenschappelijk hebben of via een vertrek dat door een bewoner wordt gebruikt voor beroepsdoeleinden. Zij moeten kunnen worden afgesloten zodat enkel de bewoners toegang hebben.
De trappen naar de woonvertrekken moeten vast zijn en gemakkelijk toegankelijk. Zij mogen geen risico inhouden bij normaal gebruik.
De woonvertrekken, de trappen naar de woonvertrekken en de uitgangen moeten zodanig geconstrueerd zijn dat zij een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen mogelijk maken.
  De op een verdieping gelegen vensters en deuren die uitgeven op de buitenzijde van de woning tot op een hoogte van minder dan 50 cm van de vloer, moeten beveiligd zijn door een vaststaande leuning.

----------------------------------------------


Bijlage 2 - Bijlage bij het koninklijk besluit van 4 mei 2007 genomen in uitvoering van artikel 11 bis, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling II, van het burgerlijk wetboek – huurovereenkomsten voor woningen gelegen in het Waals gewest

 

  Waalse regionale wetgeving inzake woninghuur
  Op grond van de Waalse Huisvestingscode moeten woningen voldoen aan minimale gezondheidsnormen.
  De normen hebben betrekking op :
  1° stabiliteit;
  2° waterdichtheid;
  3° elektriciteit- en gasinstallaties;
  4° verluchting;
  5° natuurlijke verlichting;
  6° sanitaire inrichting en verwarmingsinstallatie;
  7° structuur en afmetingen van de woning, afhankelijk van de samenstelling van het gezin dat er woont;
  8° doorgangsmogelijkheden op de vloer en de trappen.
  Daarnaast moeten eengezinswoningen en gemeenschappelijke woningen voorzien zijn van minstens één brandmelder in perfecte staat van werking.
  Voor een uitgebreide toelichting en meer details omtrent deze regels kan worden verwezen naar de Waalse gewestelijke overheden.
  Federale wetgeving inzake woninghuur
  Dit hoofdstuk bevat een uitleg omtrent een aantal essentiële aspecten van de federale wetgeving inzake woninghuur. Voor een uitgebreide toelichting omtrent deze regels kan worden verwezen naar de brochure "De Huurwet", uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze overheidsdienst.


  1) Voorafgaande opmerking : onderscheid tussen een verplichtende en een aanvullende regel
  Een verplichtende regel is een regel waarvan men niet mag afwijken binnen de overeenkomst, zelfs indien de verhuurder en huurder akkoord gaan. De bepalingen van de huurwet zijn in principe verplichtend behalve in de mate dat ze zelf bepalen dat ze het niet zijn.
  Een aanvullende regel is een regel waarvan mag afgeweken worden in het contract.


  2) Verplichte schriftelijke huurovereenkomst
  Een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de huurder dient steeds schriftelijk te worden opgemaakt en moet de identiteit van alle contracterende partijen, de begindatum van de overeenkomst, de omschrijving van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw die het voorwerp van de verhuur zijn, alsook het bedrag van de huur bevatten. Deze overeenkomst dient ondertekend te worden door de partijen en dient te worden opgemaakt in evenveel exemplaren als er partijen zijn met een onderscheiden belang (en nog één extra exemplaar voor het registratiekantoor (zie punt 3)). Daarenboven moet elk origineel van de overeenkomst de vermelding van het aantal originelen bevatten.


  3) Registratie van de huurovereenkomst
  De registratie van een geschreven huurovereenkomst is een verplichte formaliteit die door de verhuurder dient te worden uitgevoerd. Deze formaliteit houdt in dat de overeenkomst - evenals de plaatsbeschrijving - in drie exemplaren (indien er slechts twee partijen zijn) aan het registratiekantoor van de plaats waar het goed gelegen is moet worden voorgelegd. Alle adressen van deze registratiekantoren zijn vermeld in de telefoongids onder de rubriek "Federale Overheidsdienst Financiën - Registratie".
  De registratie van contracten van huur, onderhuur of overdracht van huur van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van een gezin of een persoon is kosteloos en moet binnen de twee maand volgend op de sluiting van het contract gebeuren. Indien de huurovereenkomst niet geregistreerd werd binnen deze termijn kan de verhuurder een boete krijgen en geldt - indien het om een huurovereenkomst van 9 jaar gaat - bovendien vanaf 1 juli 2007 de regel dat de huurder een einde kan maken aan deze huurovereenkomst zonder een opzeggingstermijn in acht te nemen en zonder een vergoeding te betalen.


  4) Duur en beëindiging van de huurovereenkomst
  a. Algemene opmerking in verband met de aanvang van de opzeggingstermijnen
  In alle gevallen waarin de opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens welke de opzegging wordt gedaan.
  b. De huurovereenkomst van 9 jaar
  i. Algemeen
  Elke huurovereenkomst loopt normalerwijze 9 jaar. Dit zal met name automatisch het geval zijn voor :
  * een mondelinge huurovereenkomst;
  * een geschreven huurovereenkomst zonder aanwijzing van de duur;
  * een geschreven huurovereenkomst met een bepaalde duur gaande van 3 tot 9 jaar.
  Na afloop van deze periode van 9 jaar kunnen de huurder en de verhuurder elk het contract beëindigen, en dit zonder motief en zonder een vergoeding te moeten betalen, op voorwaarde een opzegging te geven minstens 6 maand vóór de vervaldag.
  Indien na afloop van de periode van 9 jaar geen van beide partijen een einde stelt aan de overeenkomst, wordt de overeenkomst telkens verlengd voor een periode van 3 jaar tegen dezelfde voorwaarden. Elk van de partijen heeft dan de mogelijkheid, om de drie jaar, de verlengde overeenkomst te beëindigen, zonder motief en zonder een vergoeding te moeten betalen.
  ii. Beëindigingmogelijkheden gedurende de periode van 9 jaar
  1. Beëindiging door de verhuurder
  Gedurende de periode van 9 jaar heeft de verhuurder in drie gevallen de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een einde te stellen aan de overeenkomst. Deze regels zijn niet verplichtend, zodat de huurovereenkomst het recht van de verhuurder om het contract in deze drie gevallen te beëindigen kan uitsluiten of beperken.
  1) De verhuurder kan op elk ogenblik de overeenkomst beëindigen om het goed persoonlijk te betrekken en dit uitsluitend op voorwaarde een opzegging van 6 maand te betekenen. Om geldig te zijn moet de opzegging het motief en de identiteit van de persoon vermelden die het gehuurde goed persoonlijk en werkelijk zal betrekken.
  De persoon die het goed betrekt kan de verhuurder zelf zijn, zijn/haar echtgeno(o)t(e), zijn/haar kinderen, kleinkinderen of geadopteerde kinderen en de kinderen van de echtgeno(o)t(e), bloedverwanten in de opgaande lijn (vader, moeder, grootouders) en deze van zijn/haar echtgeno(o)t(e), broers, zusters, ooms, tantes, neven, nichten en deze van de echtgeno(o)t(e).
  2) De verhuurder kan bij het verstrijken van elke driejarige periode en op voorwaarde aan de huurder een opzegging van 6 maand te betekenen, de overeenkomst beëindigen voor de uitvoering van bepaalde werken. De opzegging moet het motief toelichten en beantwoorden aan een aantal strikte voorwaarden (zie brochure "De Huurwet", uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze dienst).
  3) Op het einde van de eerste of de tweede driejarige periode mag de verhuurder de overeenkomst zonder motief beëindigen op voorwaarde een opzegging van 6 maand te betekenen aan de huurder en een vergoeding van 9 of 6 maand huur (naargelang de opzegging werd betekend op het einde van de eerste of van de tweede driejarige periode) te betalen aan de huurder.
  2. Beëindiging door de huurder
  De huurder mag op elk ogenblik vertrekken op voorwaarde dat hij aan de verhuurder een opzegging van 3 maand betekent. Hij hoeft zijn opzegging nooit te motiveren. Gedurende de eerste drie jaren van de huurovereenkomst moet hij nochtans aan de verhuurder een vergoeding betalen gelijk aan 3, 2 of 1 maand huur, naargelang hij tijdens het eerste, tweede of derde jaar vertrekt.
  In deze context dient ook te worden gewezen op de speciale beëindigingmogelijkheid voor de gevallen waarin de huurovereenkomst niet geregistreerd is (zie punt 3)).
  Indien de verhuurder de huurovereenkomst vroegtijdig beëindigt door middel van een opzeg van 6 maanden om reden van persoonlijke bewoning, uitvoering van werken of zelfs zonder motief (Zie punt 4), b., ii., 1.), kan de huurder een tegenopzeg geven van 1 maand, zonder een schadevergoeding te moeten betalen ook al gebeurt de opzeg tijdens de eerste 3 jaar van zijn contract.
  c. Huurovereenkomst met een korte duur
  De huurwet voorziet dat de partijen een huurovereenkomst kunnen sluiten, of twee verschillende opeenvolgende overeenkomsten, voor een totale duur van niet meer dan 3 jaar.
  Indien geen opzegging werd betekend 3 maand vóór de vervaldag of indien de huurder na de overeengekomen duur in het goed is blijven wonen zonder verzet van de verhuurder, dan wordt de oorspronkelijke huurovereenkomst voortgezet tegen dezelfde voorwaarden maar wordt deze verondersteld van bij het begin te zijn gesloten voor een periode van 9 jaar.
  d. Huurovereenkomst met een lange duur
  De mogelijkheid bestaat een huurovereenkomst met een bepaalde duur van meer dan 9 jaar te sluiten. Voor deze huurovereenkomst gelden dezelfde bepalingen als deze van de overeenkomst van 9 jaar (zie punt 4), b.).
  e. Huurovereenkomst voor het leven
  Het is ook mogelijk een huurovereenkomst te sluiten voor het leven van de huurder, op voorwaarde dat dit schriftelijk gebeurt.
  De verhuurder kan dergelijke levenslange huur niet vroegtijdig beëindigen, tenzij contractueel anders werd overeengekomen. De huurder kan de overeenkomst wel op ieder tijdstip opzeggen, met een termijn van 3 maand.


  5) Herziening van de huurprijs
  De huurwet laat onder bepaalde voorwaarden de herziening van de huurprijs toe, of het nu gaat om een verhoging of een verlaging. Deze herziening kan slechts plaatsvinden op het einde van elke driejarige periode. Zij kan zowel door de huurder als de verhuurder aan de andere partij gevraagd worden maar uitsluitend binnen een precieze termijn : tussen de 9de en 6de maand die het einde van de driejarige periode voorafgaat.
  Na deze vraag zijn er twee mogelijke oplossingen :
  1) ofwel gaan de partijen akkoord over het principe van de herziening en het bedrag ervan;
  2) ofwel bereiken de partijen geen akkoord; in dat geval kan de vragende partij zich wenden tot de vrederechter doch uitsluitend tussen de 6de en 3de maand die de einddatum van de lopende driejarige periode voorafgaat.


  6) Indexering van de huurprijs
  De indexatie van de huurprijs is steeds toegelaten bij schriftelijke huurovereenkomsten, tenzij de overeenkomst deze mogelijkheid uitsluit.
  De indexatie gebeurt niet automatisch : de verhuurder moet dit schriftelijk aan de huurder vragen. Deze vraag heeft geen terugwerkende kracht, behalve voor de drie maand voorafgaand aan de maand van de aanvraag.
  De berekening van de indexatie gebeurt aan de hand van een wettelijk vastgelegde formule. Deze berekeningswijze wordt grondig uiteengezet in de brochure "De Huurwet", uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze overheidsdienst. De indexcijfers kunnen worden verkregen bij de Federale Overheidsdienst Economie en zijn eveneens consulteerbaar op de website van deze dienst.


  7) Kosten en lasten
  In het algemeen bepaalt de huurwet niet of het de huurder of verhuurder is die bepaalde lasten moet betalen. Enkel de onroerende voorheffing dient verplichtend door de verhuurder te worden betaald.
  De andere kosten en lasten moeten steeds verplicht los van de huur in een afzonderlijke rekening worden opgegeven.
  Indien de kosten en lasten forfaitair werden vastgesteld (bijvoorbeeld : vast bedrag van 75 euro per maand) mogen de partijen deze niet eenzijdig aanpassen rekening houdende met de werkelijke kosten en lasten die hoger of lager zouden zijn dan dit forfaitair bedrag. De huurder of verhuurder mogen echter op ieder tijdstip aan de vrederechter vragen om ofwel het bedrag van de forfaitaire kosten en lasten te herzien, ofwel om dit forfaitair bedrag om te zetten in werkelijke kosten en lasten.
  Indien de kosten en lasten niet forfaitair werden bepaald, voorziet de wet dat zij moeten overeenstemmen met de werkelijke uitgaven. De huurder heeft het recht om van de verhuurder de bewijzen van de rekeningen die hem worden toegestuurd te eisen.


  8) Regels inzake huurherstellingen
  De verhuurder is verplicht het verhuurde goed in zodanige staat te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is. Daarnaast stelt de wet in een verplichtende regel dat alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen, ten laste van de verhuurder vallen.
  De huurder is gehouden om de verhuurder desgevallend te verwittigen van beschadigingen aan het gehuurde goed en van herstellingen die noodzakelijk zijn. De huurder dient ook in te staan voor de huurherstellingen. "Huurherstellingen" zijn herstellingen die door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden, alsook de herstellingen die in artikel 1754 van het Burgerlijk Wetboek zijn opgesomd. De wet stelt echter een belangrijke grens aan deze verplichtingen van de huurder : geen van de herstellingen die geacht worden ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.


  9) Overdracht van het gehuurde goed
  Wanneer een gehuurd goed wordt vervreemd, is de bescherming van de huurder niet steeds dezelfde. Veel hangt af van het feit of de huurovereenkomst al dan niet een vaste datum heeft vóór de vervreemding.
  Een authentieke huurovereenkomst, namelijk een huurovereenkomst opgesteld door een notaris, heeft altijd een vaste datum. Een geschreven onderhandse huurovereenkomst (d.w.z. niet authentiek) heeft een vaste datum vanaf de dag van de registratie (zie punt 3)), ofwel vanaf de dag van het overlijden van één der partijen die de overeenkomst ondertekend heeft, ofwel vanaf de dag waarop het bestaan van de overeenkomst werd vastgesteld bij vonnis of door een akte opgesteld door een openbaar ambtenaar, zoals een notaris of een gerechtsdeurwaarder. Een mondelinge huurovereenkomst heeft nooit een vaste datum.
  Indien de huurovereenkomst een vaste datum heeft vóór de vervreemding van het gehuurde goed zal de nieuwe eigenaar van de woning alle rechten en verplichtingen van de vroegere verhuurder overnemen, zelfs indien de huurovereenkomst het recht van uitzetting in geval van vervreemding bedingt.
  Indien de huurovereenkomst geen vaste datum heeft vóór de vervreemding van het gehuurde goed, zijn er twee mogelijkheden :
  1) Ofwel bewoont de huurder het goed voor een periode van minder dan 6 maand. In dit geval kan de koper de huurovereenkomst beëindigen zonder motief of vergoeding.
  2) Ofwel bewoont de huurder het goed sinds minstens 6 maand. De koper treedt dan in de rechten van de hoofdverhuurder, maar hij beschikt in bepaalde gevallen over soepelere opzeggingsmogelijkheden.


  10) Juridische bijstand en rechtsbijstand
  a. Juridische bijstand
  i. Juridische eerstelijnsbijstand
  Onder juridische eerstelijnsbijstand wordt verstaan het verlenen van juridische bijstand in de vorm van praktische inlichtingen, juridische informatie, een eerste juridisch advies of de verwijzing naar een gespecialiseerde instantie of organisatie. De juridische eerstelijnsbijstand is er voor iedereen en wordt onder meer verleend door advocaten op zitdagen in de justitiehuizen en de gerechtsgebouwen. De juridische eerstelijnsbijstand door advocaten is kosteloos voor personen wier inkomsten onvoldoende zijn. Aan de anderen kan een bescheiden bijdrage worden gevraagd.
  ii. Juridische tweedelijnsbijstand (pro Deo)
  Onder juridische tweedelijnsbijstand wordt verstaan het verlenen van juridische bijstand door een advocaat in de vorm van een omstandig juridisch advies of bijstand in het kader van een procedure of een geding. Voor tweedelijnsbijstand komen enkel personen in aanmerking die over onvoldoende inkomsten beschikken. De aanvrager richt zijn verzoek voor het bekomen van tweedelijnsbijstand tot het bureau voor juridische bijstand van de Orde van Advocaten. Voor meer informatie over de juridische bijstand kan u zich wenden tot een justitiehuis of het bureau voor juridische bijstand van de Orde van Advocaten.
  b. Rechtsbijstand
  Waar de juridische tweedelijnsbijstand betrekking heeft op de kosten van bijstand door een advocaat, heeft de rechtsbijstand betrekking op de "gerechtskosten". Voor geschillen die tot de bevoegdheid van de vrederechter behoren, zoals geschillen inzake huur van onroerende goederen, wordt het verzoek tot rechtsbijstand ingediend bij de vrederechter die de zaak zal behandelen of reeds behandelt.

----------------------------------------------


Bijlage 3 - Modaliteiten voor de vervroegde beëindiging door de Verhuurder


Uittreksel van de specifieke regels voor de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaat van de huurder

Artikel 3    § 2. De verhuurder kan de huurovereenkomst evenwel te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, indien hij voornemens is het goed persoonlijk en werkelijk te betrekken of het op dezelfde wijze te laten betrekken door zijn afstammelingen, zijn aangenomen kinderen, zijn bloedverwanten in opgaande lijn, zijn echtgenoot, door diens afstammelingen, bloedverwanten in opgaande lijn en aangenomen kinderen, door zijn bloedverwanten in de zijlijn en de bloedverwanten in de zijlijn van zijn echtgenoot tot in de derde graad. Wordt de opzegging gegeven opdat bloedverwanten in de derde graad het goed kunnen betrekken, dan kan de opzeggingstermijn niet verstrijken voor het einde van de eerste driejarige periode vanaf de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.

De opzegging vermeldt de identiteit van de persoon die het goed zal betrekken en de band van verwantschap met de verhuurder. Deze laatste moet op verzoek van de huurder de band van verwantschap bewijzen. De verhuurder moet aan dit verzoek voldoen binnen een termijn van twee maanden te rekenen van de kennisgeving ervan; zoniet kan de huurder de nietigverklaring van de opzegging vorderen. Die vordering moet op straffe van verval uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de opzeggingstermijn worden ingesteld.
Het goed moet binnen een jaar na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder, worden betrokken. Het goed moet gedurende ten minste twee jaar werkelijk en doorlopend betrokken blijven.
Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de betrekking van het goed niet verwezenlijkt, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.
De partijen kunnen evenwel overeenkomen om de mogelijkheid van vroegtijdige beëindiging uit te sluiten of te beperken.


Artikel 3   § 3. Bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden indien hij voornemens is het onroerend goed of een gedeelte ervan weder op te bouwen, te verbouwen of te renoveren, op voorwaarde dat die werkzaamheden :
  - worden uitgevoerd met eerbiediging van de bestemming van het goed die voortvloeit uit de wets- en verordeningsbepalingen inzake stedebouw;
  - worden uitgevoerd aan het door de huurder bewoonde gedeelte en
  - meer kosten dan drie jaar huur van het verhuurde goed ofwel, indien het gebouw waarin dit goed gelegen is uit verscheidene verhuurde woningen bestaat die aan dezelfde verhuurder toebehoren en die van de werkzaamheden ongerief hebben, meer kosten dan twee jaar huur voor al die woningen samen.
Met het oog op het goede verloop van de werken kan de verhuurder van verscheidene woningen in eenzelfde gebouw te allen tijde verscheidene huurovereenkomsten beëindigen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, voor zover de huurovereenkomst niet tijdens het eerste jaar wordt opgezegd.
De verhuurder moet aan de huurder kennis geven van, ofwel de hem verleende bouwvergunning, of een omstandig bestek, of een beschrijving van de werkzaamheden samen met een gedetailleerde kostenraming, of een aannemingsovereenkomst.
De werken moeten worden aangevat binnen zes maanden en worden beëindigd binnen vierentwintig maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder.
Indien de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, binnen de gestelde termijn en voorwaarden de werken niet uitvoert, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.
  Op verzoek van de huurder is de verhuurder verplicht hem kosteloos de documenten mede te delen waaruit blijkt dat de werken overeenkomstig de bij deze paragraaf gestelde voorwaarden zijn uitgevoerd.
  De partijen kunnen evenwel overeenkomen om de mogelijkheid van vroegtijdige beëindiging uit te sluiten of te beperken.

 

 

vindt u deze pagina nuttig?

Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!

LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.

© 2024 LeBonBail
design by twinn