Toegang tot de hoofdinhoud

Wie staat er in voor het onderhoud en de herstellingen tijdens het huurcontract?

Het Burgerlijk Wetboek voorziet een verdelingsregel voor de kosten van onderhoud en herstelling in het gehuurde goed. De verhuurder en de huurder kunnen een andere verdeling voorzien in het huurcontract, behalve als het gaat om een huurcontract voor de hoofdverblijfplaats.
De kosten voor het onderhoud, de herstellingen en de werken aan een gehuurd goed kunnen hoog oplopen. Het kan gaan om terugkerende kosten of om grotere werken zoals isolatiewerken, de renovatie van het dak, de vervanging van de afsluiting enz.

Het Burgerlijk wetboek verdeelt de lasten voor het onderhoud en de herstellingen tussen de verhuurders en de huurders.

Het Burgerlijk Wetboek behandelt het onderhoud en de herstellingen van het gehuurd goed zowel in de afdeling verplichtingen van de huurder als in deze van de verhuurder.
  • Ten laste van de huurder. De artikelen 1754 en 1755 omschrijven een algemene verplichting tot onderhoud en tot huurherstellingen, met uitzondering van deze die werden veroorzaakt door ouderdom of overmacht. De normale slijtage wordt over het algemeen, in dezelfde titel, beschouwd als niet ten laste van de huurder.
  • Ten laste van de verhuurder. De artikelen 1719, 1720 en 1721 bepalen de verplichtingen van de verhuurder, die meer bepaald: 
     - een goed ter beschikking moet stellen «in herstelde staat»;
     - moet instaan voor de herstellingen andere dan de huurherstellingen;
     - borg moet staan voor de verborgen gebreken of fouten die beletten om het goed te gebruiken zelfs indien de verhuurder hiervan geen weet had bij de ondertekening van het huurcontract.

Het huurcontract kan een andere verdeling voorzien behalve in geval van een huurcontract voor de hoofdverblijfplaats 

De bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn aanvullend, zodoende kan een huurcontract een verschillende verdeling voorzien van de kosten voor onderhoud en herstellingen. De huurder moet zijn huurcontract nauwkeurig nalezen om na te gaan of er geen clausules in voorkomen die voorzien dat bepaalde grote herstellingen of grote onderhoudswerken te zijnen laste vallen 
Dit is echter niet altijd waar voor de huurcontracten voor de hoofdverblijfplaats: de huurwet heeft de artikelen 1720, 1754 en 1755 van het Burgerlijk Wetboek verplicht gemaakt als het om een huurcontract voor de hoofdverblijfplaats gaat.
Samengevat:
  • Voor de huurcontracten voor de hoofdverblijfplaats die vanaf 18 mei 2007 werden ondertekend is de in het Burgerlijk Wetboek voorziene verdeling verplicht.
  • Voor de huurcontracten voor de hoofdverblijfplaats die vóór 18 mei 2007 werden getekend of de huurcontracten die niet voor de hoofdverblijfplaats werden afgesloten zijn de toepassingen van het Burgerlijk Wetboek van toepassing als het contract geen andere verdeling voorziet.

vindt u deze pagina nuttig?

Op zoek naar een huurcontract? Ik start nu!

LeBonBail stelt een assistent ter beschikking bij de opstelling van het huurcontract waarbij alle door de wet ter beschikking gestelde opties worden voorgesteld en toegelicht.

© 2024 LeBonBail
design by twinn